Op weg naar Isfahan

Esfahan 2

De laatste dag. We slapen uit en gaan pas rond 10u00op pad. We lopen naar het Naqsh-e Jahan-plein met een Engelssprekende bazaarhouder die dezelfde weg op moet. De man weet dat er in België Nederlands en Frans gesproken wordt en dat het in Brussel ingewikkeld is met de talen. We hebben voorzichtigheidshalve niet geprobeerd hem onze staatsstructuur uit te leggen.

Het plein ligt er weer zonnig bij. We rusten even uit op een bank, gaan een theetje drinken en trekken dan de bazaar in. Hier weinig of geen voeding, wel veel juwelen, tapijten, textiel en kledij. De bazaar is meer dan duizend jaar oud en strekt zich uit over een lengte van 1,7 km. Het is een doolhof van winkeltjes, moskeeën, karavanserai's en binnenpleintjes. Van alle kanten klinkt weer het 'hello, how are you?' van de vriendelijke winkeliers en de Iraanse bezoekers. Na een uur zijn we de richting volledig kwijt en komen we op een ander groot plein. Daar zien we de minaret van de Ali-moskee als een reusachtige naald tegen de blauwe hemel. Als we er naartoe lopen, belanden we in het niet-toeristische gedeelte van de stad met aftandse huizen en stofferige straten. Daarna dwalen we terug in de bazaar en vinden uiteindelijk de uitgang naar het Naqsh-e Jahan-plein. We nemen nog wat foto's en genieten vanop een bank van het uitzicht, de picknickende groepjes en de voorbijgangers. Het duurt niet lang of we zijn omringd door een bende meisjes. Hoewel zij amper Engels spreken en wij geen Farsi, komt het toch tot een gesprek. Zij bekijken onze reisfoto's en enkele foto's van ons land. Ze vinden België heel mooi. En weer moet iedereen op de foto. Een van de meisje poseert als een volleerd model. Voor een tijdje zijn de ayatollah's en de godsdienstpolitie ver weg. We geven ze enkele euromuntjes en ze willen een tien-eurobiljet overkopen. Als ze horen dat het meer dan 400 000 rial waard is, gaat de deal niet door wegens gebrek aan contanten, zoveel hebben ze niet bij.
Vanavond nuttigden we ons laatste avondmaal. Onderweg naar het hotel passeren we een moskee waar een herdenkingsdienst voor Hoesseini doorgaat. Mannen kloppen zich op de borst en geselen zich (voorzichtig) op de rug. In de straten rijden pick-ups met groene vlaggen, volgeladen met in het zwart uitgedoste jongeren. Een religieuze uitlaatklep?
Om 1u30 vertrekken we naar de luchthaven. De controle verloopt tergend traag omdat de organisatie mank loopt en sommige Iraniërs het vertikken netjes aan te schuiven zoals wij. Blijkbaar zijn ze het gewoon gebruik te maken van hun privileges. In de vertrekhal worden we voor de laatste keer aangestaard door de ayatollah's. Khomeini kijkt streng, Khamenei probeert te glimlachen. Straks landen we rond 11u00 in Brussel.
Voorbij de vriendelijke mensen,
de kleurrijke moskeeën,
de lelijke urbanisatie,
de stofferige wegen,
de drukke bazaars,
de vrouwen in chador,
de rare mollah's,
het religieuze fanatisme,
de kleurige hoofddoeken,
de leuke en de saaie hotels,
de eeuwige kebab,
de gezellige groep,
het verstikkende verkeer,
het alcoholvrije bier,
de mooie meisjes,
de sfeervolle paleizen,
het adembenemende Persepolis,
de hoopvolle jeugd,
het warme weer,
het charmante Iraanse Engels,
de protserige portretten van de ayatollah's.
Voorbij Iran. Het was een prachtige reis.

Isfahan

Dinsdag 28 oktober. Esfahan of Isfahan wordt onze laatste pleisterplek. Het is een drukke stad met meer dan een miljoen inwoners. Voor het gros van de Irantoeristen is dit het hoogtepunt van hun reis. Ze komen hier voor het immense centrale plein, de historische bazaar, de belangrijke islamitische gebouwen, de tuinen en de bruggen over de Zayandeh-rivier.

Het Naqsh-e Jahan-plein is inderdaad indrukwekkend groot en getuigt van een harmonische urbanisatie, iets wat je in weinig grote Iraanse steden ontmoet. Maar dit als een van de mooiste pleinen ter wereld bestempelen, lijkt overdreven. De Masjed-e Shah-moskee domineert de zuidzijde van het plein. Ze is volledig blauw betegeld, zowel binnen als buiten. Spijtig dat het binnenplein nu volledig overdekt is met een immense lelijke tent voor de festiviteiten van de herdenking van de moord op Hoesseini; de mooie buitenmuren en minaretten kunnen we niet bewonderen. Maar gelukkig is de moskee binnen ook een pareltje. Metzijn 20 000 vierkante meter is het de grootste moskee van het land.
Aan het plein ligt nog een andere moskee, met een crèmekleurige koepel. Daartegenover staat het Ali Qapu-paleis, in nogal vervallen toestand. Maar binnen verrast het door zijn verfijnde afwerking. Vanop het terras zou je zicht hebben op het plein, maar door de stellingen en het kippengaas hebben we er niet veel van gemerkt.
Het mooiste paleis van Isfahan is ontegensprekelijk Chehel Shotun, en 17e-eeuws paviljoen midden een waterrijke tuin. Vooral de fresco's maken het een bezoek overwaard. Er zijn zelfs afbeeldingen van westerse bezoekers en hier en daar zie een gewaagde voorstelling (naar Iraanse normen).
Iets verder van het stadscentrum bezoeken we de Jameh-moskee. Het is een waar museum van Islamitische kunst.De bouw begon onder de Seljukken in de 11e eeuw, maar er werd steeds maar uitgebreid tot het einde van de 19e, zodat alle stijlen aanwezig zijn, weliswaar in perfecte harmonie. Het gebouw is volledig in baksteen opgetrokken, hier dus geen kleur, maar wel veel staaltjes van sublieme bouwkunst. Zo kan je heel goed zien hoe de ronde koepels op een vierkante onderbouw rusten met daar tussenin een achthoek en een zestienhoek.
In het zuidoosten van de stad ligt Jolfa, de Armeense wijk. Op de moskee-achtige kerkkoepel staat een kruis en er zijn ook klokken. Binnenin is de kerk overdadig versierd met fresco's, er is geen plekje van de muren onbedekt. Hier zijn het uiteraard christelijke afbeeldingen. Onze Iraanse gids probeert ons de iconografie te verklaren, maar als ze merkt dat wij ook Adam en Jezus kennen, geeft ze het sportief op.
's Avonds gaan we naar de beroemde bruggen. De rivier staat droog en er is weinig beweging. Voor de Iraanse jeugd is dit de ideale ontmoetingsplaats, maar nu is het waarschijnlijk te koud voor romantische afspraakjes.
Onderweg naar het Naqsh-e Jahanplein worden we getrakteerd op gratis thee en ook op het plein zelf, vóór de Masjed-e Shah-moskee mogen we meedrinken. Het feest ter ere van Houssein maakt de sjia's vrijgevig. De theebekers zijn wel origineel met de vermelding 'Down with the US, UK and Israel'. Onmiddellijk zijn we omringd door de mannen die hun Engels willen uitproberen. Een moskee-medewerker wil ons persé mee naar binnen om te tonen hoe de gebedsdienst verloopt. Hij blijkt nogal fanatiek gezagsgetrouw te zijn met niets dan lof over de Iraanse leiders. Volgens hem wordt Iran belaagd door Irak en de rest van de wereld die wapens levert. Iran voert een eenzame strijd en trotseert dit gevaar alleen met zelf gemaakt wapentuig. De man verzwijgt gemakkelijkheidshalve dat Rusland en China ook al eens vliegtuigen en raketten leveren. Aardig clubje daar rond de moskee.
Het was een zware dag vandaag. Morgen houden we het rustig voor onze laatste dag Iran.

Persepolis

Maandag. Vandaag moet het hoogtepunt worden van onze trip: een bezoek aan de oude Perzische hoofdstad van Darius en Xerxes. Persepolis, letterlijk de stad van de Perzen, werd gesticht rond 500 voor Chr. en vernietigd door Alexander de Grote in 330. Alle paleizen werden afgebrand (de pilaren en de daken waren van hout) en tot 1930 lagen de ruïnes bedolven onder het zand. Het is een van de plekken waar je wil geweest zijn, zeker als je de Achemenieden en Alexander de Grote kent uit je klassieke geschiedenis. Met een uitstekende gids lopen we over het terrein, tussen de resten van de pilaren, de poorten en de vele bas-reliëfs. Het Perzische rijk was zeer uitgestrekt, van de Indus tot Ethiopië, en uit de beeldhouwwerken kan je opmaken hoe de verschillende volkeren zich onderwierpen en hulde brachten aan de Perzische koningen. Boven de stad, in de berghelling, prijken de praalgraven van Artaxerxes II en III. Van daar genieten we van een indrukwekkend panorama over de hele site.
In de buurt liggen nog andere koningsgraven, met prachtige reliëfs die onze gids goed weet te duiden. Het is een mooie les kunstgeschiedenis van het Perzische rijk.
In een babbel achteraf borrelt weer de onvrede op over de ondergeschikte positie van de vrouw in de Iraanse maatschappij, het blijkt dus een altijd terugkomend issue.
Op de weg naar Isfahan pikt de bus twee vrouwen op, moeder en dochter. Het meisje van 16 spreekt vlot Engels en we leren weer wat bij over de Iraanse maatschappij: hoe strikt de geslachten gescheiden zijn, hoe moeilijk het is voor een vrouw om een leidinggevende functie te bekleden, hoe hardhandig de godsdienstpolitie optreedt tegen ongepaste kledij, het is voortdurend uitkijken om niet uit de pas te lopen. Als ze op de iPad de foto's van onze zes blonde kleinkinderen zien, zijn ze gecharmeerd; blonde kinderkopjes zie je hier nooit. Uiteraard moeten we met hen op de foto en worden mailadressen uitgewisseld.
Het is bijna 22.00 als we Isfahan binnenrijden. Na deze dag kan de reis niet meer stuk.

Naar Shiraz

De matrasjes waren wel heel dun en het duurt even voor ik de stijfheid uit mijn rug krijg. Het ochtendsanitair gebeurt hier in een gemeenschappelijke wasruimte, er is warm water en alles is netjes. Na het ontbijt rijden we richting Shiraz, door een dor woestijnlandschap, geen boompje te zien in de hele omgeving. Alleen hier en daar een kleine nederzetting en je vraagt je af hoe de mensen hier overleven.

We picknicken in een groene oase, op het erf van een boerderij. De eigenaar heeft een paar tafels neergeplant onder de bomen bij een bron. We genieten van het voedsel en de omgeving. Als een kudde schapen voorbijtrekt is het plaatje compleet.
Vandaag bezoeken we Pasargad, de stad van Cyrus II. De bouw begon in 546 voor onze tijdrekening. Centraal staat de graftombe van Cyrus. Tijdens de Achaemenidische periode lag het monument tussen immense tuinen. De soldaten van Alexander de Grote hebben alles grondig geplunderd. Wat nog restte van de paviljoenen en de zuilen heeft de laatste sjah volledig met de grond gelijk gemaakt, zodat er alleen een uitgestrekte vlakte overbleef, gepast als decor voor zijn megalomane viering van 2500 jaar Perzië. Van het paleis blijven alleen nog wat zuilvoeten en een paar inscripties ('Ik ben Cyrus, koning der Achaemenieden') over. Op de heuvel ligt de indrukwekkende citadel vanwaar je zicht hebt over de vlakte waar de wind het stof van de tijd doet opwaaien. Sic transit gloria mundi...
's Avonds komen we aan in Shiraz. De chador moet het hier afleggen tegen de kleurige en modernere kledij van de vrouwen. Op aanraden van de hotelbaas gaan we eten in een restaurant, een paar straten verder. Het lijkt een sprookjespaleis, in een tuin met waterpartijen en verlichte fonteinen. Er zijn frietjes, weliswaar lauw en slap, maar wie zal het deren. Vanop het buitenterras op de eerste verdieping genieten we van het mooie uitzicht.
Door de censuur heen leest Magda dat er in de vorige dagen een vrouw is opgeknoopt... Bij stukjes en beetjes komen we te weten dat ze haar verkrachter, een ambtenaar van de inlichtingendienst, heeft vermoord. De sharia kent geen genade voor vrouwen. Dit is de harde keerzijde van de Iraanse medaille. We lezen ook dat er dit jaar al 250 doodstraffen uitgevoerd zijn.
Zondag. Rondlopen in Shiraz, een grote stad met meer dan een miljoen inwoners. We bezoeken de mausolea van twee beroemde dichters, Sadi (13de eeuw) en Hafez (14de eeuw). De poëten zijn nog steeds populair, heel wat Iraniërs kunnen nog hun gedichten reciteren en hun werken worden nog verkocht. Blijkbaar staat hun oeuvre ook in de lesplannen: de site van Sadi wordt overspoeld door schoolkinderen die in koor verzen scanderen. Het geklik van de fotocamera's is niet uit de lucht.
Daarna slenteren we door het centrum van de stad. Alles wat we willen zien ligt op loopafstand: de citadel van Karim Kahn uit de Zand-periode (1750-94) met zijn verzakte hoektoren; het labyrint van de bazaar; de elegante Nasir-al molk moskee, de meest gefotografeerde van Iran; de Naranjestantuin met zijn citrusbomen en het Molk-paleis met het wassenbeeldenmuseum rond de bekendste Shiraziërs en waar het zalig theedrinken is op de patio; het blingbling mausoleum van de koning van het Licht, die vermoord werd in de 9de eeuw en hier in zijn bedevaartsoord horden geëmotioneerde bezoekers ontvangt. Tussendoor gaan we iets eten in een restaurantje waar de bazaarhouders hun middagpauze houden.
's Avonds zitten we aan tafel met een jonge Iraniër die een zaakje in bouwmaterialen drijft. In zijn verhaal komt de onvrede met het regime aan de oppervlakte: het samengaan van politiek en godsdienst, de onderdrukking van de vrouw, de politieke gevangenen, het gebrek aan economisch en sociaal beleid, alles komt naar boven. Vooral de jongeren willen het anders, weg van het verstikkende juk van het regime, dat er alles aan doet om de bevolking te onderdrukken.
Is de Iraanse lente onderweg?

Yazd en de woestijn

Twee dagen internetloos geweest, nu zijn we weer on line.
Yazd is één van de oudste woestijnsteden van Iran. Adobehuizen, badgirs (windtorens om de huizen te koelen), kronkelende steegjes en moskeeën, zo kan je de stad het best omschrijven.
Maar Yazd is ook een belangrijk Zoroastristisch centrum, de godsdienst rond Ahoura Masda uit de Sassaniedentijd (3de - 6de eeuw), buiten de stad staan twee 'stille torens'. Dit zijn heuvelplatformen waarop men de lichamen van de overledenen neerlegde, als prooi voor de gieren. De doden mochten niet begraven worden omdat dit de aarde bezoedelde. Er zijn nog Zoroastristen in Iran, maar hun lichamen worden nu begraven in betonnen kisten.
Het centrum van de stad wordt beheerst door het Chakmaq-complex, met een drie verdiepingen hoge façade en minaretten. Uiteraard begint hier in het centrum, zoals in alle andere steden, de Khomeini-avenue.
Het Begh-e Dolat Abad is een park met een schattig paviljoen van een Perzisch regent. De mooie glasramen en het fijne houten rasterwerk getuigen van de meesterlijke vakkennis uit de 18de eeuw. Het park is een oase van rust. Zalig om hier een kopje thee te drinken.
En dan dwalen we door de smalle straatjes van de stad, langs de moskeeën en de badgirs. De Jameh-moskee (vrijdagmoskee) is veruit de mooiste. Voor de eerste keer valt het op dat er nog westerse toeristen zijn. In een verborgen hotelletje van het labyrint eten we in de rozentuin lamsvlees met granaatappelsaus, een delicatesse.
We sluiten de dag af met een voorstelling in de Zaman Club Zurkhaneh voor een soort rituele bodybuilding begeleid door godsdienstige gezangen. Het showgehalte is groot, er komen immers veel toeristen op af.
's Avonds zitten we nog wat na te genieten aan de verlichte fonteinen van Amir Chakhmaq. Het isdonderdagavonden morgen vrije dag voor de moslims. Families flaneren voorbij. Sommigen proberen een babbeltje te doen. Kinderen worden op ons afgestuurd en willen op de foto. Iemand biedt ons koekjes aan en de vader van een deftige familie vertelt fier dat hij ingenieur is in een marmergroeve. Soms is het zo simpel om te genieten van het leven.
Vrijdag, rustdag voor de moslims. De stad ligt er opvallend rustig bij: weinig auto's, de bazaar is gesloten en de meeste winkels zijn dicht. We zien weinig of niets van godsdienstbeoefening. Moskeebezoek is alleen verplicht voor overheidspersoneel. We hebben nog het watermuseum te bezoeken. De stad Yazd ligt in de woestijn en wordt bevoorraad vanuit de omringende bergen door qanats, waterkanalen die tientallen meter onder de grond lopen. De stad heeft heel wat ervaring opgebouwd voor het uitgraven van die kanalen.
In een kleine bar drinken we versgeperst fruitsap, je kan zelf uitkiezen welke vruchten je wil en de barman schiet aan het werk. We drinken een mix van granaatappel en pompelmoes. Heerlijk.
Onze chauffeur heeft nog een aanrader en brengt ons naar een restaurant in een buitenwijk van de stad. Het is gevestigd in een oude herenwoning met overdekte binnenkoer. Het aanbod is heel gevarieerd met verse groenten en lamsvlees.
70 km verder wacht ons een andere verrassing, we overnachten in de karavanserai Zein od Din. In de twaalfzijdige ring met de hoektorens zijn de slaapplaatsen ingericht. Op het binnenplein is het heerlijk rustig. In alle hoekjes zitten mensen te chillen met een boek of te doezelen in de schaduw. Ongelooflijk hoe koel het daar is terwijl het buiten de karavanserai gloeiend heet is.
Ook hier worden we verwend met een lekkere maaltijd, vooral de zoete rijst valt in de smaak. En daarna volgt een kort maar krachtig optreden van vier dansers. Na 10 minuten is het zaakje rond. 35 toeschouwers betaalden elk 100 000 rial, ongeveer 85 euro, een riant inkomen voor de dansers.
Maar niet getreurd, op het dak kunnen we de sterrenhemel bewonderen. Hier geen lichtvervuiling en het is lang geleden dat we nog zoveel sterren gezien hebben.
De lichten worden vroeg gedoofd en rond9:30trekken we ons terug in ons slaapvertrek, een met gordijnen omgeven nis in de muur. We slapen op dunne matrassen, zien maar hoe het morgen met de rug is gesteld.

Van Kashan tot Yazd

Dinsdag is een kalme dag. Na een relatief korte rit komen we in Abayaneh, een rustig bergdorpje dat aanleunt tegen de Karkasberg. Onderweg zien we afweergeschut opgesteld in de vlakte om de uraniumverrijkingsinstallatie in de buurt te beschermen.

Abayaneh ligt op 2 300 meter hoogte en is minstens 1500 jaar oud. Alleen de oudere inwoners zijn hier nog gebleven. Specialiteit van de streek: stukjes gedroogde appel. Ze zien er niet uit maar ze zijn lekker. De smalle straatjes, de bruine adobehuizen en de moskee, uiteraard met een schrijn, lokken in de zomer wel wat (Iraanse) toeristen. Nu is het er stil, behalve rond de moskee waar heroïsche muziek weerklinkt. Het weer is niet te best, zwaar bewolkt met nu en dan een bui, maar het doet deugd om eens te wandelen in de vrije natuur, ver van het stadsgewoel en met zicht op een oude Sassanidische vesting. Na het diner zitten we gezellig bij te kletsen in de lobby van het hotel. Sommigen wagen zich aan een waterpijp.
Op woensdag rijden we verder naar Yazd. Onderweg weer afweergeschut. Op het traject moet de chauffeur zich nog steeds regelmatig aanmelden op de politieposten om zijn routeplan voor te leggen. Een eerste tussenstop ligt in Naein, een stad met een mooie 10de-eeuwse moskee en een oud vervallen stadsdeel met burchtruïne en hammam. Hier zitten we op de zijderoute naar China. Het weer is ronduit prachtig met een azuurblauwe hemel, we komen dichter bij de woestijn. We kopen vers kruidenbrood bij de lokale bakker en picknicken rond de fontein voor de moskee. Heerlijk.
In Meybot gooien we een blik op het Sassanidische fort dat staat te schitteren in de gouden avondzon. Tijd voor een paar mooie foto's. Het fort zou het oudste nog bestaande adobegebouw van Iran zijn. Na een bezoek aan de indrukwekkend diepe ijskelder en het aandoenlijke postmuseum rijden we verder door een dor woestijnlandschap naar Yazd.

Kashan, de stad met de 19de eeuwse huizen

Na een zalige nacht in ons drie-sterren hotel is het tijd om de stad te verkennen. En er is veel te zien.
Op wandelafstand ligt het schrijn van imam Shahzade-Ye Ibrahim in een mausoleum. Het ligt midden het groen, ver van de drukke stad. Iran is rijk aan mausolea van heiligen, soms zeer groot, zoals in Qom of intiem zoals dit hier in Kashan.
Wat verder vinden we een begraafplaats uit het 10de millennium voor onze tijdrekening, waarschijnlijk de oudste tot nu toe bekend. De graven liggen onder adobe-heuvels, hier en daar zijn ze blootgelegd en zie je de geraamtes en de grafgiften liggen in de kuil.
Kashan is bekend voor zijn Qajar-huizen in de Alaviwijk uit de 19de eeuw, het ene al mooier dan het andere. De meeste zijn gebouwd door de rijke handelaars van de stad, rond binnentuinen met fonteinen en waterkanalen en met stucco versierd. Soms zijn er mooie verhalen aan verbonden. Jafar Natanzi, een rijke tapijthandelaar wou huwen met de dochter van Jafar Tabatabei, eveneens een tapijthandelaar die er warmpjes inzat. De schoonvader in spe gaf maar zijn toestemming toen de bruidegom beloofde een even mooi huis te bouwen als het zijne, zodat zijn dochter haar leven verder zou kunnen slijten in een gouden kooi. En zo vinden we nu op een paar honderd meter van elkaar twee schitterende paleizen. Leuk is dat er in een van de gebouwen een restaurant is, waar we kunnen lunchen. In de wijk is er ook nog een prachtige hammam, niet meer in gebruik, maar quasi intact.
Na een wandeling door de Fintuinen, naar verluid een van de mooiste van Iran, maar volgens ons niet zo impressionant, trekken we naar het stadscentrum. Al onze verplaatsingen doen met de taxi die in Iran spotgoedkoop is. Voor 50 000 rial (1,20 euro) rijdt je de hele stad door.
De oude Medressa, die voorbereidt op de theologische universiteit en lagere geestelijken opleidt, is nog steeds in gebruik. Het is een indrukwekkend gebouw dat een lager gelegen binnenkoer overheerst. Rond die binnenkoer liggen de leslokalen en de woonvertrekken van de studenten, alles heel rommelig en nogal vies. De school heeft blijkbaar veel succes, het is een komen en gaan van leerlingen en leraars.
Alsom 16:30de bazaar terug opengaat na de middagsluiting, krioelt het er onmiddellijk van het volk. Hier zijn de vrouwen bijna allemaal in zwarte chador, andere kleding zie je haast niet. De mensen zijn afstandelijker dan in Teheran of Sanandaj, maar poseren toch gewillig voor een foto en durven al eens glimlachen of groeten. Ook hier zijn de handelaars niet opdringerig. In het labyrint van de bazaar ligt een oude karavanserai en zijn er verschillende moskeeën. Kashan is beroemd voor zijn rozenwater, dat verwerkt wordt in parfums en drankjes en hier in al zijn vormen te koop is.
We zijn nu ongeveer halfweg onze tocht door Iran, en het is tot nu best meegevallen. Er is veel te zien, De bevolking is vriendelijk en behulpzaam, we zien bijna geen politie en die laat de westerlingen met rust. De godsdienst overheerst niet, wel de politieke propaganda en de verering van de 'martelaren' uit de Iraans-Iraakse oorlog. De hotels zijn meer dan behoorlijk, maar het voedsel in de restaurants is wat eentonig. Niettegenstaande het alcoholverbod vertoont nog niemand van ons gezelschap afkikverschijnselen, ik weet natuurlijk niet of er geen stiekeme drinkers zijn in de groep. Het NA-bier (Istak) is in vele smaken verkrijgbaar, van mout tot limoen, maar het is toch maar een zwak alternatief naar onze Belgische smaak, maar bij gebrek aan beter ....

Qom, in het hol van de leeuw.

Om 7:30stipt op de bus. Mooi weer maar winderig. Vandaag krijgen we weer een lang traject voor de kiezen. Maar we gaan langs Qom, bij ons gekend van die atoomcentrale waar verrijkt uranium zou aangemaakt worden, maar ook een belangrijk centrum voor de sjiieten. Hier ligt Fatima begraven, de dochter van de zevende en de zuster van de achtste imam. En last but not least: hier is de belangrijke islamitische universiteit gevestigd, waar Khomeini studeerde.

In het centrum worden we opgevangen door een woordvoerder die ons uitlegt hoe het sjiietische systeem in mekaar zit, maar al vlug gaat het over de situatie van de vrouw in de islam. Volgens de Koran en de sharia zijn vrouwen bevoorrechte wezens die niks hoeven maar alles mogen. De dames uit onze groep vertonen op slag lichte bekeringsneigingen. De man is uiteraard het hoofd van het gezin en zorgt voor alles. De vrouw is een 'bloem die moet beschermd worden'. Ons leek het eerder dat ze betutteld wordt als een onmondig meisje aan wie niets gevraagd wordt, dat soms met stokslagen op het rechte pad moet gehouden worden en dat in haar outfit zo onopgemerkt mogelijk door het leven gaat. Blijkbaar heeft de kerel nog geen Teheraanse vrouwen gezien.
Na de uiteenzetting worden onze dames in een chador gewikkeld en gaan we op stap door het heiligdom. Het schrijn van Fatima mogen we als ongelovigen uiteraard niet zien, maar buiten kunnen we vrij rondlopen en fotograferen. Dank u ayatollah's. De moskee is schitterend, het blauw en het goud overheersen op de koepels en de minaretten. Op het terrein lopen bewakers rond, gewapend met een plumeau, om te controleren of de dames er niet al te naakt bijlopen, dit wil zeggen met een te losse hoofddoek. Hier uiteraard geen kleurige kledij, alleen zwart en hier en daar wat grijs van de westerse bezoeksters. En daartussen paraderen parmantig de mohla's, bewust van hun waardigheid. Rare wereld, zoiets als het Vaticaan bij ons.
's Avonds komen we aan in Kashan, in een luxueus hotel.
P.S. : bij de picknick yoghurtkaas en opgelegde look geëten. Superlekker.