Dinsdag is een kalme dag. Na een relatief korte rit komen we in Abayaneh, een rustig bergdorpje dat aanleunt tegen de Karkasberg. Onderweg zien we afweergeschut opgesteld in de vlakte om de
uraniumverrijkingsinstallatie in de buurt te beschermen.
Abayaneh ligt op 2 300 meter hoogte en is minstens 1500 jaar oud. Alleen de oudere inwoners zijn hier nog gebleven. Specialiteit van de streek: stukjes gedroogde appel. Ze zien er niet uit maar ze
zijn lekker. De smalle straatjes, de bruine adobehuizen en de moskee, uiteraard met een schrijn, lokken in de zomer wel wat (Iraanse) toeristen. Nu is het er stil, behalve rond de moskee waar
heroïsche muziek weerklinkt. Het weer is niet te best, zwaar bewolkt met nu en dan een bui, maar het doet deugd om eens te wandelen in de vrije natuur, ver van het stadsgewoel en met zicht op een
oude Sassanidische vesting. Na het diner zitten we gezellig bij te kletsen in de lobby van het hotel. Sommigen wagen zich aan een waterpijp.
Op woensdag rijden we verder naar Yazd. Onderweg weer afweergeschut. Op het traject moet de chauffeur zich nog steeds regelmatig aanmelden op de politieposten om zijn routeplan voor te leggen. Een
eerste tussenstop ligt in Naein, een stad met een mooie 10de-eeuwse moskee en een oud vervallen stadsdeel met burchtruïne en hammam. Hier zitten we op de zijderoute naar China. Het weer is ronduit
prachtig met een azuurblauwe hemel, we komen dichter bij de woestijn. We kopen vers kruidenbrood bij de lokale bakker en picknicken rond de fontein voor de moskee. Heerlijk.
In Meybot gooien we een blik op het Sassanidische fort dat staat te schitteren in de gouden avondzon. Tijd voor een paar mooie foto's. Het fort zou het oudste nog bestaande adobegebouw van Iran
zijn. Na een bezoek aan de indrukwekkend diepe ijskelder en het aandoenlijke postmuseum rijden we verder door een dor woestijnlandschap naar Yazd.