Op weg naar Isfahan

Een superdag in Sanandaj

18 oktober. Vandaag zijn wij in Sanandaj, de hoofdstad van het Iraanse Koerdistan. Je merkt het verschil met de andere streken van Iran. De oudere mensen dragen hun traditionele kledij: de mannen een brede broek met laag kruis en een tulband; de vrouwen een kleuriger outfit dan de Iraniërs. En de Koerden zijn mogelijks nog vriendelijker dan de Iraniërs.
De Darolehsan moskee met haar betegelde minaretten en blauwe voorgevel brengt ons onmiddellijk in de sfeer. Het interieur is verrassend met de gedraaide pilaren en de ontelbare witte koepels. Natuurlijk heeft de opdrachtgever, zoals de geschiedenis van ieder mooi bouwwerk vertelt, de architect de ogen laten uitsteken, zodat hij zijn werk niet zou kunnen overdoen voor een andere bouwheer.
Als we na ons bezoek nog wat plaatjes schieten, geraken we als naar gewoonte aan de babbel met een jong paar ('Where are you from? Do you like our city? ...') wat uitmondt in een vriendelijke doch onafwijsbare uitnodiging om hen naar hun huis te vergezellen. Het wordt een gezellig bezoek met frisdrank, fruit en thee; de uitnodiging om te lunchen kunnen we nog net afslaan. De Koerdische gastvrijheid kent geen grenzen. We leren meer over het echte leven in Iran. Hoe moeilijk het soms is om een job te vinden, hoe nauw de familiebanden zijn, dat de jongere generatie niet meer naar de moskee gaat, dat de overheid zich weinig bekommert over armen en werklozen, dat Koerden geen les kunnen volgen in hun eigen taal, dat de internetcensuur gemakkelijk te omzeilen is en dat ieder huis een schotelantenne heeft om de verboden buitenlandse zenders te ontvangen. Ondertussen is de mooie zwangere echtgenote druk in de weer om ons te bedienen, ingaande op ieder verzoek van haar man. Het traditionele rollenpatroon staat nog duidelijk overeind. De man is het hoofd van het gezin en is de financiële verantwoordelijke. Hij gaat dus uit werken en de vrouw zorgt voor het gezin. Werkende gehuwde vrouwen zijn meer uitzondering dan regel. Zij mogen hun loon zelf besteden aan persoonlijke uitgaven.
Na de uitwisseling van e-mailadressen en telefoonnummers worden we weer afgezet aan de moskee. Dit bezoek hadden we voor geen geld van de wereld willen missen.
We trekken naar het kleine maar interessante archeologische museum, met een verzameling uit de prehistorie tot de hedendaagse tijd. Uniek zijn de uitgegraven menselijke resten, nog getooid met hun juwelen en omringd door grafgiften.
Het Asef-paleis, een ander Qajargebouw is een etnologisch museum over de Koerdische gemeenschap. Mooi en boeiend, maar wij worden opgejaagd door een bewaker die iedere zaal afsluit die we hebben bezocht. De man wil blijkbaar op tijd thuis zijn voor zijn middagmaal.
Genoeg geestelijk voedsel, tijd voor een versnapering. Magda koopt versgebakken koekjes voor 57 000 rial. Als ze wil betalen wordt haar dat vriendelijk doch kordaat geweigerd. Wij dringen meer dan de verplichte drie keer aan: niets aan te doen, de koekjes zijn een geschenk van de bakker voor de bereidwillige westerlingen die hem de eer aandoen zijn stad en zijn mooie winkel te bezoeken. Het winkelpersoneel staat er op te poseren voor de foto.
En dan naar de bazaar. Weer zijn we een bezienswaardigheid voor het aanwezige publiek ('Where are you from? ...'). Plotseling wordt ik bij de hand gegrepen door een enthousiaste Koerd en kan ik nog net ontsnappen aan een innige omhelzing. Hij sleurt ons mee naar een rudimentair theekroegje en installeert ons tussen zijn vrienden. We verstaan geen jota van wat hij ons wil vertellen, maar hij is blijkbaar heel tevreden met zijn nieuwe vrienden. Om alle misverstanden te vermijden haalt hij er iemand bij die Engels spreekt, een van de handelaars uit de bazaar. Er volgt een boeiend gesprek over de tweederangspositie van de Koerden en de situatie in Syrië en Irak. En dan weer een uitgebreide fotosessie. Waarschijnlijk zijn we op onze reizen nog nooit zo nauw in contact geweest met plaatselijke bevolking, als hier in Sanandaj.
We keren terug naar het hotel in een gammele taxi, die zijn uiterste best doet om ons zo snel mogelijk af te leveren. We worden het gewoon: Bij elke rit verkrampen we iets minder. Misschien jutten we over een paar dagen de chauffeurs wel op om er nog wat harder tegen aan te gaan.

Reacties

Reacties

Nathalie

Jullie worden daar geliefkoosd als hun favoriete huisdiertje, ik denk dat ze jullie daar zullen houden, geniet van de 'warmte' daar!

godelieve

wat worden jullie vriendelijk ontvangen dat is toch enorm,heb ik nog nooit beleefd

Marleen

Wat doen jullie daar speciaal voor om zo te worden ontvangen. Magda zet zeker haar beste beentje voor.
Straks heb je nog geld over als het zo voort gaat als je zoveel gratis krijgt.
Mariaan Marleen

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!